Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [17]wij [18]verwachten [19]door den Geest, [20]uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid. 17. Namelijk gelovigen uit de Joden, wien de wet gegeven was; hoeveel te meer behoort dan gij, die uit de heidenen zijt, en de wet niet gehad hebt, ook door het geloof en niet door de wet de rechtvaardigheid te zoeken; hfdst.2 vs.15,16. 18. Dat is, vertrouwen dat wij de rechtvaardigheid hebben en de vrucht van die, welke wij nu hopen, zekerlijk zullen verkrijgen; Rom.8:24; Titus 2:13. 19. Namelijk van God, van die dit vertrouwen in ons werkt. 20. Namelijk in Christus, waarmede wij de verdiensten van Christus aannemen. En niet uit de werken der wet.